Frühling und die liebliche Natur…

Wenn hier noch (schmelzender) Schnee liegt gehen wir gerne auf einen kurzen Frühlingskur ins Wallis.

Himmelsbreit ist es so nahe das sogar ich es noch fliegen könnte, angenommen ich könnte so etwas. Mit dem Auto ist man trotz Umweg aber auch schnell zwischen blühenden Sträuchern und grünem Gras unter noch tief schlafenden Reben. Irgendwie gehört das so zu meinen Lieblings Bilder; Oben auf den hohen Bergen noch pures weiss und untenrum schon saftig grün und bestenfalls blühend. Wenn ich zurückdenke, an die Zeit als ich noch lediglich Sommertourist war, waren das ja wirklich die schönsten Bilder im jährlich von ‘Tante’ Huldi zu Weihnachten geschenkten Schweiz-Kalender. 

Letzte Woche war da auch schon einiges an Insekten unterwegs (und sogar eine Rauchschwalbe!! Sie hat aber noch keinen Sommer gemacht)

Vor allem so richtig dicken Hummelköniginnen waren emsig auf der Suche nach Nisthöhlen in die überall vorhandene Trockenmauern.  Da kam wieder so ein typischer Moment von Halbwissen. Diese hatte ein weisses Hinterteil. Wir haben sie immer Steinhummel gesagt, die mit Rot Erdhummel… das lässt sich sicherlich nicht einfach so ins Deutsche übersetzen … und wie war das auch wieder genau mit Brut und Nester klauen?..? wer klaut von wem. Sofort mein Wissen auffrischen, hin und wieder ist Vergessen fast schön, kann man erneut staunen!

Und etwas nachlesen später ... es gibt diverse Arten von Nestklau. Die eine Hummelart, die weisse Erdhummel (da geht schon wieder mein Steinhummel Theorie Bachab) ist als erste wach, sie sucht sich ein Nest und legt eine Schar von Arbeiterinnen an. So startet sie ihr Hummelvolk. Die dunkle Erdhummel ist einwenig, nach unseren Massstäben gemessen, faul. Sie wacht viel später auf und nimmt lieber Risiken als das sie hart arbeitet, sie bekämpft mit Gefahr vor eigenem Leben die Weisse Steinhummel Königin und ihr Volk, wenn sie gewinnt, ist sie die neue Königin und lässt die andere für sich arbeiten. Ab jetzt sind die Nachkommen die ihre….

Die Kuckukshummeln haben sich ganz auf eine Parasitäre Lebensweise spezialisiert. Gäbe es da ein Sprössling der es mal etwas sozialer angehen möchte hätte die ein Riesen Problem. Denn ihnen sind die Haare an den Beinen abhandengekommen, sie können also gar keine Pollen mehr sammeln, und wurden jämmerlich zu grunde gehen, verhungern. Daher gibt es bei denen nur Königinnen und Drohnen. Die sind sogar zu bequem zum kämpfen… sie tarnen sich mit dem Geruch ihrer Opfer und werden gar nicht, oder weniger, als Eindringlinge erkannt. Übrigens finden sie auch das Nest der Opfer über Geruch, mit den Fühlern, die also eigentlich falsch heissen? Scheinbar haben Hummel extreme Schweissfüsse. Mit ihren Stinksocken wird auch signalisiert welche Blüten schon besucht wurden, und… es gibt eine richtige Sockenduftspur Richtung Nest. Nur die Fühlern nach und schon hat die Kuckuckskönigin sich ein Nest ausgekundschaftet. Sie muss zwar nicht zu früh auf Raub gehen, denn sie braucht die Brut und Arbeiterinnen der ansässigen Königin. Hat diese genug ‘vorgesorgt’, greift die Kuckuckshummelkönigin an, sie gibt die original Königin die Wahl zu fliehen oder als Arbeiterin weiterhin in ihrem Volk zu bleiben. Je mehr Arbeiterinnen desto besser? Die neue Königin frisst einige Larven um Platz für ihr eigenes Gelege zu machen, aber nicht alle, denn sie kann ja nur Königinnen-, und Drohnen -eier legen und braucht noch Arbeiterinnen. Letztere pflegen die Geschwister, Stiefgeschwister und Stiefmutter bis sie sterben. Stirbt die letzte Arbeiterin, dann Stirbt auch die Königin.  Die ‘Prinzessinnen’ werden sich begatten lassen von im Wirtsnest geschlüpfte drohen (die danach sterben) und dann irgendwo überwintern und mit etwas Glück im Frühling ein Hummelfolk erobern.

Lieblich nichtwahr?

Voorjaar en de liefelijke natuur.

Als hier nog (smeltende) sneeuw ligt gaan wij graag voor een korte voorjaarskuur naar het Wallis. Hemelsbreed is het zo dichtbij dat ik het zou kunnen vliegen, vooropgesteld ik beheers die kunst. Ook met de auto ben je ondanks de omweg snel tussen bloeiende struiken en jong groen gras onder nog in diepe slaap verkerende wijnstokken. Dat hoort geloof ik echt tot mijn lievelings plaatjes, boven op de bergen maagdelijke sneeuw en in de dalen sappig groen met idealerwijs bloesems. Terugdenkend waren dat, in de tijd dat ik slechts zomertoerist was hier, altijd de mooiste foto’s van de van tante Huldi voor kerst gekregen Zwitserlandkalenders.

Vorige week was er al heel wat aan insecten onderweg en zelfs een boerenzwaluw die nog geen zomer maakte. Vooral veel gezellige dikke hommels waren naarstig op zoek naar nestruimte in de natuursteen muurtjes die je daar overal hebt. Het was weer zo een typisch moment van de klok horen luiden maar vergeten waar de klepel hangt. Hoe zat dat ook alweer? Witte kontjes zijn steenhommels en bruine aardhommels? En wat was dat met broed-, en nestroof? Wie steelt van wie? Thuis direct mijn klepelkennis opfrissen! Soms is vergeten ook leuk, dan kun je weer van voren af aan beginnen met je over de natuur te verwonderen!

.. Wat nalezen verder: er zijn meerdere maffiapraktijken bij de hommels bekend. De ene de witte Aardhommel… daar ging ik weer met mijn hommeltheorie… ontwaakt als eerste uit de winterslaap. Zij gaat direct op zoek naar een geschikte nestholte en begint door een schaar van werksters aan te leggen een volk. De bruine aardhommel zouden wij met een beschuldigend vingertje lui noemen. Ze slaapt uit en is ze liever lui dan moe. Dat klopt niet echt want er moet wel gezegd worden dat ze grotere risico’s aangaat met haar werkwijze. Ze gaat met gevaar voor eigen leven de strijd aan met een witteaardhommelkoningin. Wint ze, dan heeft ze in een klap een functionerend volk

Helemaal op een parasitaire levenswijze gespecialiseerd is de Koekoekshommel. En al was er een spruit uit deze familie die ineens sociaal zou willen gaan doen, hij zou ellendig verhongeren. Zij hebben immers geen haren meer aan hun achterpoten waardoor ze geen ‘pollenmandjes’ hebben en dus niets mee naar huis kunnen nemen. Om deze reden bestaan er alleen koninginnen en darren. Deze soorten zijn zelfs te lamlendig om te vechten voor hun staat, ze nemen de geur van hun Sclachtoffer/vijand aan en worden zo niet of bijna niet als indringer waargenomen. Overigens vinden ze ook het nest van hun slachtoffer op de reuk, die nemen ze met hun voelsprieten waar, die dus eigenlijk verkeerd heten…? Het schijnt dat hommels enorme stinkvoeten hebben, met deze laten ze ook op bloemen een (muffe? Zelf wij schijnen het te kunne ruiken) lucht achter zodat de anderen weten dat hier reeds een meursokdrager was. Met deze stinksokken leggen ze dus ook een stinkspoor naar hun nest. Haar voelsprieten achterna gaat de koekoekshommel op zoek naar een geschikt nest. Vind ze er een gaat ze eerst een beetje de kat uit de boom kijken. Is ze te snel en zijn er nog te weinig werksters aangelegd heeft ze niks aan dit nest. Is de tijd rijp, valt ze aan en geeft de overwonnen koningin de keuze het hazenpad te kiezen of als werkster voor haar verder ze werken, hoe meer zielen hoe meer…. Vreugd? Nu eet ze een paar van de larven op om plaats te maken voor haar eigen koninginnen en darren gebroed maar niet alle, want werksters kan ze immers niet produceren. De autochtone werksters verzorgen hune zusters, stiefzusters en de nieuwe koningin alsof er niets aan de hand is. Sterft de laatst werkster, dan sterft ook de koningin. De prinsesjes laten zich door de in hetzelfde nest uitgekomen darren (die daarna sterven) bevruchten en zoeken een plek om te overwinteren en met een beetje geluk vinden ze in het voorjaar weer een hommelvolk om te kapen.

Lieflijk he?