Norwegen 3

Jetzt muss ich nur noch schauen, dass ich vor Freitagmorgen Hjerkinn erreiche, das geht locker und ich mache noch schöne Spaziergänge an der Peer-Gyntvegen, (ereignislos, obwohl Sirius der Unfallhergang erkunden will. Er schnüffelt sehr ergiebig herum und kostet den Schlamm als müsset er es auf Drogen kontrollieren) und in Rondane-Nationalpark. Danach möchte ich zur Sicherheit noch den Treffpunkt auskundschaften und sehe zufällig Fokushima, merke aber, dass es eigentlich Fokstumyra heisst. Da, so weiss ich von Kenner, gibt es manchmal am Abend Elche, und weil am Eingang Kraniche umher laufen deute ich das als gutes Omen und parkiere dort. Es ist drei Uhr oder so, also wird nichts zu sehen sein. Ich lasse Fernglas im Auto und nehme nur meine Zoomkamera mit. Und wie es dann immer geht-dann!! sieht man was. Heute Elchzwillinge und eine Riesenherde wilder Rentiere. Dass sei sehr ungewöhnlich sagt mir ein Local, vor allem das sie den ganzen Tag schon da seien- und zwar flüchten, wenn sie Menschen sehen aber dann wieder umkehren. Even Agerup erklärt mir das am nächsten Morgen. Er staunt zwar anfänglich, dass sie da sind findet es dann aber logisch: es ist schon seit Tagen Südwind, und Renntiere sind so scheu und nervös, dass sie immer-aber dann auch immer-gegen den Wind laufen, damit sie den Feind früh genug bemerken. Jetzt haben die den Südlichsten Teil von Dovrefjell erreicht und hängen gegen den E6. Sobald der Wind dreht werden sie wieder umkehren können und wohl sein.

Wie dem auch sei ich bin ganz aus dem Häuschen und suche mir ein Camping nicht zu weit weg.

NL

Nu moet ik er alleen nog voor zorgen dat ik vóór vrijdagochtend Hjerkinn bereik. Dat moet lukken en ik maak nog een paar mooie wandelingen, langs de Peer-Gyntweg (zonder noemenswaardige gebeurtenissen, hoewel Sirius graag de toedracht van een “ongeval” zou willen onderzoeken. Hij snuffelt uitgebreid rond en proeft van de modder alsof hij het op drugs zou moeten controleren) en in het Rondane Nationaal Park.

Daarna wil ik voor de zekerheid alvast de ontmoetingsplaats verkennen en zie toevallig “Fokushima” staan — maar merk dan dat het eigenlijk Fokstumyra heet. Daar, zo weet ik van kenners, zijn ’s avonds soms elanden te zien. En omdat er bij de ingang kraanvogels rondlopen, vat ik dat op als een goed voorteken en parkeer daar. Het is drie uur of zo, dus ik verwacht niet veel te zien. Ik laat de verrekijker in de auto en neem alleen mijn camera met zoomlens mee.

En zoals dat altijd gaat — juist dan zie je iets! Vandaag: eland-tweelingen en een enorme kudde wilde rendieren. Dat is zeer uitzonderlijk, vertelt me een local, vooral omdat ze al de hele dag daar rondhangen — normaal vluchten ze zodra ze mensen zien, maar nu keren ze telkens weer terug.

Even Agerup legt me dat de volgende ochtend uit. Eerst is hij verbaasd dat ze er zijn, maar daarna vindt hij het eigenlijk logisch: er is al dagen een zuidelijke wind, en rendieren zijn zo schuw en nerveus dat ze altijd — maar dan ook altijd — tegen de wind in lopen, zodat ze vijanden op tijd kunnen ruiken. Nu hebben ze het zuidelijkste deel van Dovrefjell bereikt en zitten ze klem tegen de E6. Zodra de wind draait, zullen ze weer kunnen terugkeren en is alles goed.

Hoe dan ook — ik ben helemaal in mijn nopjes en zoek een camping niet al te ver weg.

Zurück
Zurück

Norwegen 4

Weiter
Weiter

Norwegen 2