Norwegen 7
Noch vor Trondheim biege ich ab auf sekundäre wegen. Man kommt fast nicht vorwärts und es muss mit Lastkraftwagen gekreuzt werden. Schön ist es aber überall. Wie überall in Norwegen viel Wasser, ich verliere den Überblick über was Meereswasser und was Süsswasser ist. Schlussendlich landen wir in Kvam. Am Snåsavatnet. Motel und Camping. Ich solle selber schauen wo ich stehen will und das mache ich. Ich sitze und träume etwas vor mich hin und plötzlich steigt der Vollmond +1Tag wunderbar über Hügeln und Wasser auf. Ich spurte zum Bus und nehme die Kamera. Wie ich solche Momente geniesse. Obwohl ich doch wirklich eine Materialfrau bin mit mehr material als Geschick, lache ich über mich und die Nachbarn. Ich schmeisse den Bus hin und gut ist (kein langes nerven zehrendes einander irritierendes auf Keile Fahren) und wo der Nachbar aufwendig sein Stativ aufbaut und auslotet liegt meine Kamera heute auf einem von Vivianne zum Abschied geschenktes Säckchen Salznüsse. Passt. Meine Horizonte sind sowieso manchmal schief…. Ich sitze lange an der Picknickbank und geniesse die milde Nacht. Schon um fünf ist wieder Zeit raus zu gehen. Da wo der Mond aufkam färbt sich jetzt den Himmel rot. Die Sonne kommt im Prachtkleid. Ich geniesse es so dass ich mich entschliesse noch eine Nacht zu bleiben. Tagsüber vergnügen wir uns mit Kajakfahren. Blöderweise liegen die schönen Inseln windabwärts. Aber nachdem wir eine Insel beschlagnahmt haben und sie ab jetzt Sigaøy nennen, mit dem Kot der Indigenen Bewohner, ich nehme an Gänse, als Brennstoff eine Suppe gekocht haben und uns gut erholt haben, nehmen wir den Rückweg unter den... Padel? Ich probiere im sich im wellen Muster abzeichnende Windschatten der Inseln zurück zu kämpfen und komme mich ganz gescheit und Wildnis-tauglich vor. Sogar das ein und ausstiegen aus dem Kajak meistere ich als könnte ich es…
Noch einmal geniess ich Mond-und Sonnenaufgang. Danach geht’s weiter.
NL
Nog vóór Trondheim sla ik af naar secundaire Folgesveien. Je komt bijna niet vooruit en moet vrachtwagens kruisen. Maar mooi is het overal. Zoals overal in Noorwegen: veel water. Ik raak het overzicht kwijt over wat zeewater en wat zoet water is. Uiteindelijk komen we aan in Kvam, aan het Snåsavatnet. Motel en camping. Ik mag zelf kijken waar ik wil staan – en dat doe ik.
Ik zit wat te voor me uit te dromen als ineens de volle maan +1 dag prachtig op boven heuvels en water opstijgt . Ik sprint naar de bus en pak mijn camera. Wat geniet ik van zulke momenten. Hoewel ik echt een materiaalvrouw ben, met meer spullen dan talent, moet ik lachen om het verschill tussen mezelf en de buren. Ik pleur de bus gewoon ergens neer en klaar is kees (geen lang, zenuwslopend, elkaar irriterend gedoe met oprijwiggen). Terwijl de buurman uitgebreid zijn statief opzet en uitlijnt, ligt mijn camera vanavond op een zakje gezouten noten dat ik van Vivianne als afscheidscadeau kreeg. Past perfect. Mijn horizonnen zijn toch vaak een beetje scheef...
Ik zit nog lang aan de picknicktafel en geniet van de zachte avond. Al om vijf uur is het weer tijd om naar buiten te gaan. Daar waar de maan opkwam, kleurt nu de hemel rood. De zon verschijnt in haar prachtkleed. Ik geniet er zo van dat ik besluit nog een nacht te blijven.
Overdag vermaken we ons met kajakken. Helaas liggen de mooie eilanden benedenwinds. Maar nadat we een eiland in bezit hebben genomen – dat we vanaf nu Sigaøy noemen – en met de uitwerpselen van de inheemse bewoners, ik vermoed ganzen, als brandstof een soep hebben gekookt, rusten we uit en beginnen dan aan de terugweg. Ik probeer in de windschaduw van de eilanden, die zich als een patroon in de golven aftekent, terug te peddelen en voel me heel slim en wildernis-waardig. Zelfs het in- en uitstappen in de kajak beheers ik alsof ik het echt kan.
Nog één keer geniet ik van maan- en zonsopkomst. Daarna gaan we verder.
