Überlebens-strategien

Leberegel (wikipedia)

Auf die Gefahr hin, dass ich plötzlich keine Themen mehr habe… gleich zwei meiner Lieblingsparasiten. Das heisst ich bewundere ihre Strategien, ansonsten dürfen sie mir fernbleiben.

Zum einen der Leberegel. Und zwar der Kleine. Der kleine Leberegel ist ein Parasit der grosse oder grössere Paarhufer befällt. Da lebt er gemütlich in der Leber und scheidet als Erwachsener im Gallengang seine Eier aus. Diese plumpsen unvermittelt in die Aussenwelt. Am liebsten auf feuchten Weiden. Da, in Wassernähe schlüpfen aus den Eiern winzige Larven, ihr Name ist schöner als sie selbst. Mirazidien. Dann gilt es schleunigst einen Zwischenwirt zu finden. Schnecken scheinen sich da regelrecht anzubieten. In deren Körper entwickeln sie sich ein sehr aufwendiges Prozedere folgend (irgendwas mit asexueller Vermehrung und Metamorphosen mit viel Namen, ich habe es nachgelesen und direkt wieder vergessen) weiter. Und wieder werden sie eiskalt ausgeschissen. Ich habe zwar auch schon hören sagen, ausgeschneuzt, also im Schneckenrotz. Man müsste das mal genau nachfragen, Hauptsache aus der Schnecke ins freien. Alles noch ganz normal, macht ja einen Lungenwurm auch, so was mit Schnecken als Zwischenwirt aber jetzt wird’s richtig krass finde ich. Jetzt kommen die fleissigen Futter sammelnden Ameisen um die Ecke. Auf irgendeiner Art schleppen die diese Leberegel-Embryos als Futter für die Schwestern im Magen heim *). Da kommen schon nicht mehr alle als Futter an… eigentlich fast keine, denn sie haben sich im Körper der Ameise breit gemacht. Einer, und ich frage mich, wie die das bestimmen, setzt sich im Kopf oder beim Kiefer fest, die anderen wandern im Hinterleib. Da bilden sie sich eine schützende Hülle und warten bis sie gross genug sind. Jetzt kommt die Kopf-Larve zum Einsatz. Sie greift im Gehirn der Ameise ein. Erstens veranlasst sie das die Ameise sich komisch benimmt. Sie geht am Abend nicht heim wie die anderen, aber geht ins Grasland hinaus und klettert einen Grashalm hoch. Da beisst sie sich mit einer Art Kieferkrampf fest und wartet bis eine Endwirt erscheint. Grast diese der ausgewählte Halm mitsamt Ameise ab, ist die Geschichte fertig. Kommt da in diese Nacht niemand vorbei, lässt die Kiefferklemmer los, den würde die Ameise in der prallen Sonne weiter warten, würde ihre zärtlichen Geschwister im Hinterleib den Hitzetod sterben. Darum muss sie, und das weiss sie..??.. loslassen und ihre jetzige Wirtin heimschicken. Gegen Dämmerung geht es wieder von vorne los. Bis der Ameise gefressen wird. Und da endet das doch einigermassen heldenhafte Leben der Ameise, mitsamt Ihrer Fernsteuerung. Nur die Leberegel-Larven mit schützender hülle überleben die vier Magen der Wiederkäuer, ( Das wiederkauen stelle ich mir wie eine Achterbahn vor) und werden endlich erwachsen. Was für eine extreme Odyssee um etwas Gene weiter zu geben. Mir ist die Evolution bekannt, und manchmal sehe ich dahinter… Eben, schmerzunempfindliche Insekten (siehe Blog Nervensystem der Insekten) überleben einfacher ist gleich besser ist gleich plötzlich nur noch. Gut, aber… Wie hat sich dieses Verhalten eingependelt? Wie wird oder wer bestimmt wer die Kiefer und das Hirn bedienen muss? Und warum folgt derjenige? Seine Gene gehen ja bekanntlich in Mist auf…

Das Leben ist schön und unergründlich

 (und so komplex das ich mir mein zweiten Lieblingsparasit für das nächste Mal aufspare.)

 

*) Auch das finde ich etwas sehr interessantes. Ameisen haben einen Magen zum selber snacken und eine zum kollektiven Futtersammeln. Ob die das so nützlich aufteilen können wie ich das sicherlich machen würde muss ich mir auch mal näher anschauen. Moral dieser Geschichte, Egal ob das hier jetzt wer liest... ich frische mein Halbwissen auf und sammle neues. War das nicht genau was auf meine Wunschliste stand irgendwo Anfang des Jahres?!


 

Overlevens-taktieken

 

Op het gevaar af dat ik zo een beetje snel door mijn onderwerpen heen ben, hier gelijk twee van mijn lievelings parasieten. Dat wil zeggen dat ik hun strategie bewonder, verder zie ik ze liever niet van te dichtbij.

Als eerste: de leverbot. En dan wel de kleine. Deze parasiet vind je bij onder andere bij schapen en koeien. Daar leeft hij dan vrolijk in de lever en scheid in volwassen vorm zijn eieren in de galgangen uit. Deze vallen dan op niet al te deftige wijze op, bij voorkeur vochtige, weiden. In de buurt van water komen uit deze eitjes larven met een mooiere naam dan hun uiterlijk, Miracidium/ Miracidia. Een soort maagloze larfjes die maar even van hun dotterzak kunnen leven. Ze moeten dus spoorslags op zoek naar een tussengastheer. Daarvoor schijnen slakken uitermate geschikte te zijn. Hier gebeuren dan allerlei processen (onder andere aseksuele vermeerdering en metamorfosen die ik heb opgezocht en gelijk weer vergeten ben) ook hier worden ze weer (Lever)botweg uitgesche(d/t)en. Ik heb ook eens horen zeggen dat ze uit geniest worden, dus met slakkensnot. Daar slakken geen neus hebben in de meest gangbare zin, zal dat dan wel uit die zijdelingse opening zijn. Ik moet dat nog eens precies gaan navragen. (Zie je wel, iedereen kan een of andere onzin in het net zetten alsof het waar is, ik beweer bij deze nog eens de waarheid niet in pacht te hebben) Hoe dan ook, ze landen als eens soort larve weer in de buitenwereld. Tot hieraan toe allemaal tamelijk alledaags, dat doet de Longworm immers ook, slakken als tussengastheer nemen. Maar nu komt het! Nu komen de vlijtige voedselzoekende mieren om de hoek. Deze dragen de rondslingerende Leverbotembryos  in hun voedsel verzamel maag *) naar huis voor hun zusters. Daar komt echter niet werkelijk veel als voedsel aan, want, de larven hebben zich in het lichaam van de mier verdeeld.  Één, en ik vraag me af hoe dat geregeld wordt, gaat naar de kop en de anderen gaan in het achterlijf van de mier wonen. Die in het achterlijf maken een beschermende huls waar in ze rustig wachten tot ze groot genoeg zijn. Dan komt de kop-larve aan bod. Deze neemt de besturing van de mier over, als eerste zorgt hij ervoor dat ze na haar dagtaak niet net als haar zusters braaf naar huis gaat, hij stuurt haar naar het grasland en laat haar in een grasspriet helemaal omhoogklimmen. Daar veroorzaakt hij een soort kaakkramp waarmee ze zich in de halm vast bijt. Komt er nu een van de grote grazers langs en graast de grasspriet met mier dan is het verhaal gauw klaar. Gebeurt dit echter niet dan laat de kop-larve tegen de tijd dat de zon op het gras begint te schijnen de kaak ontspannen. Zou de mier blijven hangen in de volle zon, zouden de larven in haar achterlijf de hittedood sterven. En dat weet de koplarve?!? Dus stuurt hij zijn tussen gastheer naar huis om uit te rusten. Zodra de zon verdwijnt wordt de mier weer naar een grasspriet geloodst en hangt daar tot ze gegeten wordt. Daar, op dat moment eindigt het leven van de arme mier ...én van de koplarve, want zonder de beschermende huls van de andere larven overleeft zij het maagzuur en de achtbaan van herkauwen door vier magen niet. De andere lukt dat wel en ze worden eindelijk volwassen in de lever van hun eindgastheer. Wat een ongelofelijke Odyssee om je genen door te geven! Ik heb ook van de evolutie gehoorde en soms begrijp je dat heel duidelijk. Bijvoorbeeld met de insecten die ongevoelig zijn voor pijn (Zie blog over zenuwstelsel van insecten) die overleven makkelijker = meer= plotseling alleen nog maar zulke. Maar hier? Hoe is dat ontstaan? Hoe wordt bepaald wie naar de kop gaat en de hersens bedienen moet? Zelf ondervindt hij daar geen voordeel van. Zijn genen lossen immers letterlijk in poep op.

Het leven is mooi en ondoorgrondelijk.

(en zo complex dat ik mijn tweede lieveling maar voor de volgende keer bewaar.)

 

*) ook dit vind ik zo interessant, dat ze een maag hebben om zelf te snacken en een om voedsel voor thuis te verzamelen. Of ze dat net zo fair inzetten als ik dat zou doen? Ik moet dat nog eens gaan uitpluizen. Ook hoe dat ook alweer precies is met dennenhars verzamelen tegen ongewenste schimmels in hun mierenhoop.

Moraal van dit verhaal, onafhankelijk van het feit of deze blogjes ooit door derden gelezen gaan worden, ik word aangespoord mijn halve kennis van dingen op te frissen en nieuwe kennis te vergaren. En was dat nou niet precies wat er op mijn lijstje stond ergens aan het begin van het jaar?


Zurück
Zurück

Überlebens- strategien II

Weiter
Weiter

Isodontia Mexicana